God werkt in Oekraine Deel 2

Gepubliceerd op 30 augustus 2018 om 16:30

BEZOEKEN OP ZATERDAG: Op zaterdag mochten we mensen uit een buitenwijk van de stad bezoeken.

Op zondag worden ze altijd opgehaald om de kerkdienst bij te kunnen wonen en op vrijdag werd er bij een van deze vrouwen thuis een bijeenkomst gehouden. We hoorden al dat drie van deze vrouwen al jaren bij elkaar kwamen om te bidden voor de jongeren van hun wijk die nog nooit van het evangelie gehoord hadden. Een paar weken geleden is er vanuit hun gemeente voor het eerst een jongerenkamp georganiseerd in deze wijk. Er kwamen 50 jongeren. Toen het kamp voorbij was, wilden ze niet naar huis, omdat ze meer van de Bijbel wilden weten en nog niet wisten hoe ze bekeerd konden worden. Wat verblijdend. De week erna zijn al deze jongeren omgepraat. De duivel zit niet stil… Wadim, die het ouderenhuis beheert en  vanuit die functie ook pastorale bezoeken aflegt en bijdraagt aan deze bijeenkomsten, ging met ons mee. Weer een dag waarop we zoveel goede ontmoetingen kregen. Soms bleek dat in kleine dingen, maar toch groot omdat er een leven met de Heere achter schuil ging. Bijvoorbeeld de vrouw in het ouderenhuis die deze dag op haar kamer wilde blijven om er de bijbel te lezen en te bidden: Deze dag was voor haar gemeente een gedenk en feestdag, omdat ze daar niet naar toe kon, wilde ze de dag zo doorbrengen. Tijdens een rondleiding door dit mooie ouderenhuis vingen we zo een glimp van haar op. Of toen we binnenkwamen bij een vrouw van 83 jaar in haar flatje: “Ik woon hier, omdat de Heere hier woont en als de Heere hier niet woonde, woonde ik hier ook niet.” vertrouwde ze ons toe. Wat puur en veelzeggend. Haar ietwat ondeugende glimlach waarbij er een kuiltje in haar wangen kwam en ze haar ogen tot spleetjes kneep, deden mij denken aan de psalmregel: in hunne grijze dagen, blijft hunne jeugd gewis. Zij zullen groen en fris gewenste vruchten dragen. Ook van die  vruchten mochten we horen…….

We kwamen bij de vrouw waar de bijeenkomsten altijd werden gehouden. Een zoon was vaak dronken en haar andere zoon was nu al twee dagen kwijt. Deze zoon las eerst in de bijbel en kwam ook naar de bijeenkomsten. Wat een zorg. Dit was een van de vrouwen die gebeden hadden voor het jongerenwerk. Wat wordt het dan weer begrijpelijk dat ze de nood van de jongeren in de wijk voelen. Toch merkten we vertrouwen dat God overal boven stond. Wat leerde ik veel van Wadim. Toen ik hem vroeg hoe het nu verder moest met het jongeren werk, zei hij slechts: “Dat weet de Heere”. En toen ik zei: ‘Ja maar je ziet wel wat de duivel probeert’, zei hij haast achteloos: ‘waar Gods Geest komt, gaat hij vanzelf op de loop.’ Wat een les: we moeten hem wel doorhebben, maar nooit met ontzag over hem denken of spreken. Even later vertelde hij overigens dat er op de laatste bijeenkomst al weer 15 van deze jongeren waren.

Op een bankje in de tuin bij de vrouw die in de dienst een getuigenis gaf over het verlies van haar zoon, vertrouwde Wadim ons toe: “Vanmorgen werd ik wakker en had veel plannen voor vandaag, maar toen zei ik: “Heere wat wilt u dat ik vandaag doe? En wat is het nu goed om deze mensen te bezoeken. De Heere is hier.” Omdat ik het ook vaak moeilijk vind hoe ik de dag goed indeel, leerde ik hiervan dat de weg achter de Heere aan een smalle weg is, waarbij wij al gauw denken aan het moeilijke daarvan, maar wat een ontdekking dat het ook alle keuzestress weghaalt.

We kwamen bij een echtpaar, waarvan de vrouw twee jaar geleden gedoopt was. Haar man had een grote groentetuin. Bomen vol heerlijke perziken. Hij had net maiskolven gekookt. We aten maiskolf, perziken en kregen koffie in, naar Oekraïense gewoonte, heel kleine kopjes. Haar zorg was dat haar man de Heere Jezus nog niet kende. Hij ging wel eens mee naar de    kerk, maar niet altijd. Wadim zei tegen hem: “Je vrouw kent nu de Heere Jezus en zij praat erover met je. Jij moet Hem ook leren kennen. De Heere Jezus heeft jou lief. (Hier gelukkig niet gesuggereerd alsof hij wel wilde, maar op God moest wachten.) Huilend zei hij; “Ja, dat is nodig.”  De vrouw zei: “Vanmorgen werd ik verdrietig wakker. Ik heb gebeden of ik vandaag andere christenen mocht ontmoeten: Dit is de verhoring. God Geest was merkbaar aanwezig. Ook toen we elkaar op mochten dragen in het gebed. De volgende zondag was hij weer met zijn vrouw in de dienst.

 

NAAR HET ZIEKENHUIS; de afdeling waar baby’s vaak langere tijd verblijven; Stefanies eigenlijke taak in dit land. Ze heeft net de zorg gekregen over een heel klein meisje van drie weken oud, waarvan de moeder is overleden. Ze heeft haar Ruth genoemd. Wat ze als christen voor deze kinderen kan betekenen is minder zichtbaar, maar daarom niet minder belangrijk. Als we bedenken dat God  zonder ons in deze kinderen kan werken en voor heel kleine kinderen vooral het gebed van ons vraagt, is dit werk niet minder belangrijk. (wat kunnen wij er dan alleen maar teveel zelf tussen zitten en achteloos zijn in wat we wel moeten doen als opvoeders) Aan de muur in de kleurrijke ruimte hangt het mooie gedicht: ‘’ Ik leg de namen van mijn  kinderen in Uw handen.’ Daardoor besefte ik nog meer: ‘Dat geldt natuurlijk net zo goed voor deze kinderen; zelfs als er geen naam bekend is van het kind en ze die zelf moeten bedenken.’ Ook naamlozen zijn bij God bekend.

 

Dat kinderen soms na lange intensieve verzorging ineens weggaan blijft moeilijk. U hebt hierover op Stefanies blog kunnen lezen als ze over Ludmilla schrijft. Dat gebeurde toen wij er net waren, zodat wij haar niet meer gezien hebben.

 

Wordt vervolgd..

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.